Reflectie in beeld
In een spiegel kijk je naar je eigen beeld. (terug naar jezelf)
Een reflectie in beeld.
De koppen in de collectie zijn min of meer zelfportretten, ook al lijken de afbeeldingen niet op mij. Het gaat erom dat ik er een uitstraling in wil leggen waar ik iets mee heb. Ik kan er van houden, ik kan er verdrietig van worden of sympathie voor voelen of juist afschuw. Ik zie iets van mezelf terug en daarmee hebben zij de rol van de spiegel aangenomen.
Ik maak een ondergrond waarin kleur en textuur de hoofdrol spelen, de voorstelling is nog niet aanwezig, of heel vaag. Deze wordt min of meer spelenderwijze gemaakt, ik laat me sturen door mijn fantasie, de associatieve waarneming, het spontaan reageren op het materiaal, zonder me te bekommeren om de technische conventies. Het enige wat ik van te voren weet is dat het waarschijnlijk wel een (vrouwelijke) kop gaat worden, maar verder werk ik zonder vast omlijnde voorstelling.
Ik neem de vrijheid om het fout te doen, niet alles hoeft in één beweging correct, de wetenschap dat je goede en foute keuzes maakt en weer bij kunt stellen, dat er lagen ontstaan die een doorwerkt beeld opleveren. Laag over laag ontstaat het beeld, mooie stukjes houd ik vast, ik reageer op kleurwerking die voortdurend aan verandering onderhevig is.
Weg krassen, vegen, toevoegen van verf, dekkend of transparant, de verfhuid wordt bewerkt en gehavend. Dit doet soms denken aan versteende of organische oppervlakken.
Materiaal, textuur en kleur vormen op een gegeven moment een kop. Ik werk door totdat ik in die kop iets wezenlijks van mezelf zie: de stand van het hoofd, een houding, de plaatsing op het vlak, de vorm van het hoofd en in het gezicht, de verhoudingen, de neus, de oren, de ogen, de kin, de wangen, en vooral de blik in de ogen, de trekken rond de mond, het standpunt waar vanuit de kop je als toeschouwer wel of niet aankijkt, de blikrichting. Deze en de omgeving waarin de kop is geplaatst spelen een rol bij de uitdrukking van sferen, gedachten, stemmingen en expressies die bij mij horen. Zo schep ik mijn eigen wereld.
Spontaniteit en actie in de beginfase en gestuurd en afgewogen afwerken in de eindfase.
De tijd speelt een rol in de ontstaansgeschiedenis van het beeld, als in een rijpingsproces; er gaan soms vele fasen aan vooraf, soms onthult het beeld zich direct.
Kijken is een belangrijk onderdeel in het tot stand komen van het beeld. Het kost tijd, stilte, en concentratie, je moet keuzes maken, stoppen of verder gaan.
Ik streef ernaar om niet alles in te vullen, zodat er ruimte blijft voor de toeschouwer, die zichzelf ook in de beelden zou kunnen herkennen en zijn eigen verhaal erbij zou kunnen maken. Zodat de toeschouwer zich een eigen spiegelbeeld kan vormen.